maandag 6 december 2010

Boodschappen




Op zaterdag heb ik zo mijn vaste rituelen. Een van die rituelen is boodschappen doen. Bakker, slager, groenteman en natuurlijk de supermarkt. Gezien mijn werkritme haal ik voor een hele week aan boodschappen. Ik heb niet veel zin om als ik ‘s avonds thuis kom nog eens boodschappen te gaan doen. Slager, groenteman en dat soort lieden zijn trouwens allang dicht rond die tijd.

Iedere week, werkelijk iedere week is er wel een of andere bijgoochem die in mijn winkelwagentje kijkt en me knipogend vraagt of ik een feestje heb.
Meestal kijk ik dan nogal koel terug en zeg dat ik geen feestje heb, maar kinderen. De volgende opmerking is dan of ik dan soms een weeshuis bestier. 

De eerste keer dat dit commentaar mijn deel was vroeg ik nog als een halve zool: “Hoe bedoelt u?”
“Nou ja, het is zoveel”, zei de muts die mijn kar bekeek alsof er iets viezigs inzat. Ik keek als een debiel naar mijn 10 liter melk, vier liter karnemelk, drie pakken joghurt. De vla en de kwark. De vier pakken sinasappelsap, de pakken andere vruchtensap, de flessen wijn, de zes broden, de vleeswaren. De kaas van de supermarkt voor de tosti’s. De kaas van de kaasboer voor op brood. De tassen vol groenten, de aardappels en pakken verse pasta en de uitpuilende tas van de slager. Ik voelde me toch een beetje aangevallen en zei: “Het is voor een week hoor."
Ze begon de omstanders erbij te betrekken. “Voor een week? Vindt u dat niet veel?”, vroeg ze aan iemand achter haar in de rij terwijl ze op mijn kar wees. “Maar hoeveel kinderen heeft u dan? Wat belachelijk veel. Eten ze dan zo veel? Hoeveel kinderen heeft u nou?” Ik begon het zat te worden en de man die bij haar was zag dat waarschijnlijk aan mijn gezicht. Opeens viel hij uit: “Hou toch eens op, met je eeuwige commentaar op alles en iedereen, beet hij haar toe”. De vrouw keek zeer verontwaardigd om zich heen alsof ze steun zocht bij de rest van de mensen die in rij stonden. 

Ik zei heel rustig: “Mevrouw ik heb toch ook geen commentaar op het schijtbeetje in uw kar?” Betaalde zoals iedere week een godsvermogen en liep bepakt en bezakt de supermarkt uit me stiekem bedenkend dat ik best iets aardiger had kunnen reageren.

3 opmerkingen:

  1. Ik heb wel eens met een stalen gezicht gezegd: Excuse me? I don't speak Dutch. Ik heb nl. 4 zoons en 1 hele charmante schoondochter. Als ze allemaal bij ons eten (2 zijn al uithuizig) ga ik in een weekend door de weekvoorraad van een gemiddeld gezin heen.

    Nu heb ik het sinds kort makkelijker. Zoon 3 vult vakken bij AH, en die leegt hij dan na afloop weer op mijn kosten. Wel een hoog chipsgehalte de laatste tijd, maar dat neem ik voor lief.

    Maar waar al die mensen zich mee denken te moeten bemoeien? Ik denk dat het de reality tv is die maakt dat we denken dat we alles van iedereen mogen weten. Nou, van mij niet.

    BeantwoordenVerwijderen