zaterdag 25 december 2010

Hoe overleef je kerstmis

  1. zuup niet te veel
  2. nodig mensen uit die je leuk vindt
  3. gun je welpen een kerst zonder jou
  4. Drink veel heeul heeul veel lessinie
  5. Als je teveel kookt zeik er niet over vries het in
  6. Torrmenteer je welpen niet
  7. Draai heel veel foute muziek
  8. Praat vooral over politiek enzo
  9. Heb een goed nagerecht
  10. Schop iedereen voor 10 uur de tent uit..
Dan hou je het leuk! Geen ruzie en al helemaal geen gezeik.


Prettige kerstdagen you all

donderdag 23 december 2010

Nee dank u dat blief ik niet

Groot gegroeid in een gezin waar lekker eten een belangrijke prioriteit was, ben ik opgedroogd tot een makkelijke eter. Mijn moeder hield niet van zeurpieten aan tafel. Je proefde tenminste wat er op tafel kwam. ´Lust ik niet´ kwam je op een muilpeer te staan. Je kon zeggen dat je het niet zo lekker vond. En dat niet zo lekker moest dan wel onderbouwd worden. De structuur niet prettig? Zout, zoet, bitter of zuur? Of een combinatie van dat alles kon ook. Een prima manier om taalvaardigheid en smaak te ontwikkelen. Toch kan ik me niet herinneren dat we in ons gezin met het snot achter de ogen aan tafel zaten. Iedereen mocht twee gerechten écht vies vinden. Daar werd dan rekening mee gehouden. De rest kreeg je, iedere keer op een andere manier klaar gemaak,t opnieuw op je bord. In kleine porties. Je zat nooit tegen een onoverkomelijke berg eten dat je niet lekker vond aan te staren.

Laatst was ik uit eten in een top tent in 023 voor een eerste ontmoeting met iemand die ik ken van twitter. Naar buiten lopend om te gaan roken kwamen we langs de uitstalling van dessertkazen. Zij stelde voor dat we ook kaas als dessert konden nemen. Op mijn: ‘Ik blief geen kaas’ donderde ze bijna de trap af. Een Bourgondiër zoals ik, die geen kaas blieft? Het was goed voor ongeveer een half uur gespreksstof.

Kaas en orgaanvlees om precies te zijn lever. Ik krijg het niet weg. Om alle vragen voor te zijn. NEE, IK LUST GEEN KAAS. Geen blokjes, geen kaas op brood, geen franse kazen, geen jonge kaas, geen oude kaas, geen Beemsterkaas, geen Leidschekaas, geen brandnetelkaas. Geen geiten of schapenkaas. Kaas is vies. Heel vies! Lever ook, maar kaas is nog veel viezer. Ik ben nu zo ver dat ik oude kaas flink gegratineerd wel kan eten. En ook de mozzarella schraap ik niet meer van mijn pizza. Maar feta in mijn sla? Het gaat onmiddellijk retour. Ik loop kokhalzend langs de kaasboer op de markt. De heer die kort daarvoor kaas gegeten heeft, kan zoenen wel op zijn buik schrijven.
Ik probeer nog steeds elk gerecht dat ik niet ken en lust ik niet komt nog steeds mijn mond niet uit. Paté en leverworst vind ik ondertussen heerlijk. Gebakken lever is nog steeds niet mijn ding. Maar kaas, tsja kaas, dat blief ik gewoon niet!

Ik heb door de jaren heen heel wat keren op mijn tong moeten bijten als er vrienden van mijn welpen kwamen eten die niets anders dan een boterham met pindakaas naar binnen werkte. Want ze hoefden niets te proeven van hun ouders. Tenslotte moet je van eten geen strijd maken zegt zo'n ouderpaar dan. Dat klopt helemaal, je moet van eten geen strijd maken. Je leert je kinderen gewoon van jongs af aan dat ze eten wat ze op hun bord krijgen.  Zo ontwikkelen ze hun smaak. En natuurlijk mogen ze twee dingen echt niet lekker vinden. En bij de woorden 'lust ik niet' vragen of ze soms een muilpeer willen hebben. Werkt als een speer.

Ik wens u in ieder geval makkelijke eters aan uw kerstdis.

woensdag 15 december 2010

Alimentatie

Spaarvarkentje aan de wand wie is de slimste in het land?

Spaarvarkentje aan de wand wie is de slimste in het land?
Na een scheiding vervalt de verplichting om financieel voor elkaar te zorgen niet. Heeft één van de ex-partners niet voldoende inkomsten om een levensstandaard gerelateerd aan de welstand tijdens het huwelijk te bekostigendan moet de ander alimentatie betalen. De wettelijke termijn om alimentatie te betalen staat op 12 jaar. Zelfs als er geen kinderen zijn bestaat de onderhoudsplicht. Dan moet het huwelijk wel langer dan 5 jaar standgehouden hebben. Korter dan vijf jaar getrouwd zonder kinderen? Je betaalt net zolang als dat je getrouwd bent geweest.
Ik vind het onwijs. Vooral dat de levenstandaard na de scheiding gerelateerd moet zijn aan de welstand tijdens het huwelijk. Dat de gescheiden partners samen bijdragen aan het onderhoud van gezamenlijke kinderen, lijkt me niet meer dan normaal. Je wilde kinderen, dan zal je er voor zorgen ook. Maar waarom is een man (in negen van de tien gevallen de meest verdienende) 12 jaar lang verplicht de levenstandaard die de vrouw tijdens haar huwelijk had, in stand te houden? Ik kan me zo moeilijk voorstellen dat een vrouw dat überhaupt zou willen. Financieel afhankelijk zijn van de ex-partner, de hand ophouden. De schuldvraag speelt bij het vaststellen van de hoogte van het te alimenteren bedrag in tegenstelling tot vroeger geen rol meer. Terecht wat mij betreft. De wet lijkt gemaakt te zijn voor de generatie vrouwen die als vanzelfsprekend thuis bleven om voor de kinderen te zorgen. Nooit gewerkt en met 50 of 55 jaar ingeruild voor een jonger model, dan zijn je kansen op de arbeidsmarkt niet zo groot. Dom om je zo afhankelijk op te stellen, maar in zo’n situatie, doe dan die 12 jaar maar.


Maar ik vraag me het volgende af. Blijf je verantwoordelijk (ook financieel) voor de ex-partner? En zo ja hoe lang dan en hoeveel is dan ‘fair?’

dinsdag 14 december 2010

Dieet junk





Na de feestdagen begint de dieet gekte weer. Januari is bij uitstek de maand van reclame voor diëten en natuurlijk de middelen die u vooral SNEL SNEL SNEL resultaat beloven.

Veel vrouwen en mannen leiden in januari aan gekte. Dat klinkt vriendelijk maar eigenlijk bedoel ik dat een hoop mensen in januari gewoon knettergek zijn. Ze eten bakken sla met nul voedingswaarde en sterven liever dan een gezonde boterham met roomboter en een goede parmaham te eten. En waarom? Blij word je er niet van. En mooi al helemaal niet. Een vriendin rekende uit dat ze al 25 jaar op dieet is. In die 25 jaar is ze zo’n 50 kilo afgevallen als je alle kilo’s bij elkaar optelt. Dat klinkt natuurlijk prachtig. Maar ze is ook zo’n 60 kilo aangekomen. 25 jaar stress en 10 kilo erbij.

De dieet junkies eten dus liever sla die met chloor is behandeld om ze langer goed te houden, dan dat ze een klont roomboter door de sperzieboontjes roeren. Het mooiste, gezondste en lekkerste eten ligt voor het oprapen. Maar het staat bijna allemaal op de verboden lijst. En waarom? Omdat de meeste van ons geen donder meer weten over eten. Niet hoe je het klaar maakt, niet waarom er een vetrandje zit aan een lamskoteletje. Waarom dingen beter smaken met een scheut goede olijfolie, of een klontje boter erdoor.

We eten liever 'snoeptomaatjes' waar geen smaak of kraak aanzit, de bolletjes uitgestoken wortel die je nog niet aan een paard zou voeren qua smaak dan tomaten gekocht bij de kweker, een goede entrecote of een moot vette vis. In Amerika wordt vet aangeduid als het “‘F” woord.

Daarnaast zijn dieetjunkies ook nog eens verschrikkelijk onbeschoft. Heb je een dag in de keuken gestaan, belt een vriendinnetje op en zegt, je hoeft je voor mij niet uit te sloven hoor. Ik ben bezig met dieet zusenmezo en ik ben met wat sla en een tomaat ook erg gelukkig.

Uit nijd heb ik zo ooit eens anderhalve kilo asperges met beenham, gewelde boter met wat mosterd erdoor en hard gekookt ei in mijn eentje opgegeten omdat vriendin Y ergens gelezen had dat als je asperges combineert met boter en ham, dat wat je naar binnen werkt meteen op je kont kunt plakken.
We maken ons druk om kinderen met overgewicht en dat we steeds zwaarder worden. Maar we vergeten de gezondheidsschade die dieetjunks oplopen. Mijn vriendin die ontbijt met zwarte koffie en sigaretten, een bak sla eet op een dag en de rest van de avond op wijn doorbrengt, mag dan een maatje 34/36 hebben, ze heeft wel een rimpelbekkie. Heeft het altijd koud en de vellen hangen erbij.

Zullen we maar weer eens ‘gewoon’ gaan doen met eten? Dus gewoon drie maaltijden per dag. Je niet volstoppen met zoetigheid een paar keer per week bewegen. Dan ziet die maat veertig er ook bijzonder prachtig uit.

zondag 12 december 2010

Waarom


In het Volkskrant Magazine van dit weekend stond een groot interview met Hero Brinkman. Het interview riep in ieder geval twee vragen bij mij op. De ene vraag heeft te maken met mijn professie, de tweede vraag ik mij af als burger.

Wat dacht zijn voorlichter toen ze de fotograaf toestemming gaf om Brinkman in deze uiterst onvoordelige pose op de gevoelige plaat vast te leggen? Voor degene van u die het magazine niet gelezen hebben. Hero Brinkman knielt voor de troon, terwijl hij doet alsof hij de gesp van zijn schoen vastmaakt. Hij grijnst er wat ongemakkelijk bij en moet omhoog kijken. Over het feit dat de man schoenen met gespen draagt zwijg ik maar. Als ik de foto zie denk ik: 'Pleaser ten koste van alles'. Ik vraag me dan ook af of desbetreffende voorlichter het beste met Hero voorheeft. Ik kan het me niet voorstellen.

Daarnaast verbaasde ik me over volgende citaat: "Ik deed laatst boodschappen toen ik een man de caissière hoorde uitschelden. Normaliter zou ik die man tot de orde geroepen hebben. Want als er rottigheid was, loste Hero Brinkman het op. Ook in privé-tijd. Nu houd ik mijn mond en maak ik dat ik weg kom."

Ik begrijp niets van dit citaat. Waarom maakt Brinkman dat hij wegkomt? Is het niet juist de taak van een volksvertegenwoordiger om dat waar hij of zij voorstaat voor te leven? Ook - of juist in privé-tijd. Iemand aanspreken op gedrag is nou niet iets waarvan je bang hoeft te zijn dat dit je negatieve pers oplevert. Het tegendeel is waar durf ik te stellen. Het doet je imago alleen maar goed.
Tenzij je met aanspreken iets anders bedoelt dan wat de meeste mensen onder aanspreken verstaan. Zou Hero Brinkman met aanspreken eigenlijk gewoon fysiek aanpakken bedoelen? Want dat is de enige reden die ik kan bedenken waarom je als lid van de Tweede Kamer iemand niet op zijn gedrag aanspreekt maar wegloopt.

zaterdag 11 december 2010

Verha(a)ren

Er zijn vast onderzoeken naar gedaan; Waarom beroepen opeens 'verha(a)ren', feminiseren, ver-vrouwen. Allemaal woorden om aan te geven dat sommige beroepen, om wat voor reden dan ook, aantrekkelijk worden voor vrouwen. De dames geven zich massaal op voor HBO opleidingen of universitaire studies. Ze studeren af en overspoelen ‘en masse’ de markt. 

En daar ligt volgens mij een probleem. Zodra een beroep een bepaald percentage vrouwen kent dan devalueert het in status, jongens kiezen die bepaalde opleiding of studierichting niet meer het beroep 'verhaart' nog meer verliest sneller aan status en voordat je het weet is een beroep een ‘typisch’ vrouwen beroep geworden. 

Een ‘typisch vrouwenberoep’ is een beroep dat weinig aanzien kent, een lagere beloning en weinig carrière perspectief heeft. Het lijkt erop dat dit proces steeds sneller gaat. In het begin van de vorige eeuw stond het beroep van onderwijzer nog in hoog aanzien en behoorde deze samen met de dokter, de notaris en de advocaat tot de notabelen van de stad. De scheiding was heel duidelijk, vrouwen werden bewaarschool juffrouw en mannen onderwijzer. Op het moment dat de ‘juffen’ de markt overspoelde zo in de jaren 50 van de vorige eeuw zag je het aantal mannelijke leerlingen aan de pedagogische academie evenredig afnemen. Natuurlijk was de onderwijzer toen al lang geen ‘mijnheer’ meer. De tijdgeest was daar ook debet aan.

Het bovenstaande voorbeeld geldt ook voor andere beroepsgroepen. Marketing&Communicatie, management, consultancy, jeugdzorg en reclassering. De dames rukken op. Niets mis mee ware het niet dat deze beroepen voor de heren der schepping daarmee steeds onaantrekkelijker lijken te worden. In een van mijn laatste functie bestond het landelijk managementteam toen ik vertrok voor 90% uit vrouwen. 

Nou én hoor ik u zeggen. Dat heet emancipatie mevrouw Teeuwen. U heeft natuurlijk gelijk, maar een mannelijke collega vinden was schier onmogelijk.

Mijn stelling is dus: de snelheid waarmee een beroep 'verhaart', is evenredig aan de snelheid waarmee het beroep in aantrekkelijkheid afneemt voor mannen.

http://www.youtube.com/watch?v=wd1-HM234DE&feature=fvst

vrijdag 10 december 2010

Gezond verstand


Dat krijg je er nou van
Dat krijg je er nou van
Vandaag moest ik even naar de stad. U kent dat wel, een welp die belt, een verzekeraar die langs komt, en omdat ik toch vanuit huis werk, of ik dan even de heren wilde ontvangen. Nu ben ik qua welpen de beroerdste niet, dus ik vertrok naar mijn geboorte stad. Normaal gesproken een ritje van een kleine tien minuten.


Voor de goede orde, ik begrijp best dat een stad een levend organisme is waar onderhoud een deel van uitmaakt. Als je een beetje nadenkt dan weet je dat ook wegen slijten en dus zo af en toe aan onderhoud toe zijn. Niet altijd leuk, maar je snapt het wel. Het wordt steeds drukker en ons wegennet moet op sommige plekken uitgebreid of onderhouden worden. Je doet iets langer over de geplande rit? Geen punt! Je steekt nog eens een sigaretje op, draait de nieuwe cd die je net cadeau gekregen hebt of je belt met iemand die je al een tijd niet meer gesproken hebt.
Ik vind het al moeilijker te begrijpen als wegen die op elkaar aansluiten tegelijkertijd onder handen genomen worden. Maar, goed van hart als ik ben, denk ik dan dat er vast een reden zal zijn waarom dit gebeurt. De wegen zijn tegelijkertijd aangelegd en dus tegelijkertijd aan vervanging toe. Vervolgens zet ik gewoon een nieuw muziekje op en bezie mijn ziel in lijdzaamheid.


Wat ik NIET begrijp, is hoe een of andere domme planoloog het in zijn botte hersens haalt ELKE weg naar ELKE parkeergarage in mijn stad tegelijkertijd onderhanden te nemen. Elke toegangsweg naar elke parkeergarage in de stad van mijn hart wordt tegelijkertijd gerenoveerd, geasfalteerd en is dus afgesloten.


Wil je in Haarlem in een van de parkeergarages je auto neerzetten, dan is uithoudingsvermogen en een grondige kennis van de stad van harte aanbevolen. Heeft u dat niet, dan raad ik u ten zeerste aan om Haarlem te mijden. Maar wat ik me oprecht afvraag, waar is het gezonde verstand op het stadhuis gebleven? Elke toegangsweg naar elke parkeergarage, wie bedenkt zoiets? En een pragmatische oplossing bedenken zoals de oude toegangsweg waar we jarenlang gebruik van hebben gemaakt weer in ere herstellen, nah, dat is gewoon teveel gevraagd.


Het gezonde gestand van de stad van mijn hart is geëmigreerd naar Timboektoe en is blijkbaar niet van plan ooit nog terug te keren naar Haarlem.





woensdag 8 december 2010

Rituelen

Ik ben een rituelen mens. Ik ben dol op rituelen. Dat kunnen hele grote rituelen zijn of kleine ingetogen rituelen. Rituelen die met het lijf of met de geest te maken hebben. Het vieren van de wisseling van de seizoenen. Van hoe hier de verjaardagen gevierd worden tot Kerstavond. Als het me bevalt, als het goed voelt, dan maak ik er een ritueel van. Rituelen lijken op vaste gewoontes. Ze hebben het echter in zich dat men meent er niet meer buiten te kunnen. Zo kan een blokje om voor het slapen gaan een vaste gewoonte zijn. Als je denkt dat je zonder dat blokje om niet goed zal kunnen slapen, dan wordt het een geritualiseerde gewoonte. Rituelen zijn heel belangrijk. Het vertrouwde karakter van het ritueel is van belang, zowel voor een individuele persoon, die zich erdoor op zijn/haar gemak voelt, als voor een samenleving, waarbinnen de (gedeelde) rituelen een bindmiddel tussen de personen zijn.

Een belangrijk ritueel uit mijn jeugd was het ontbijt op zondag. Hoe laat je het de avond tevoren ook gemaakt had of je nu wel of niet een vriendje in je bed ontvangen had, op zondag ontbeten mijn moeder, mijn twee broers en ik altijd samen. Door de week kwam het er nooit van. Het eerste deel van de zondagochtend was gereserveerd voor muziek van mijn moeder. Alle elpees van Frans Halsema werden er doorheen gejast op de zondagochtend. Prima muziek om nog wat bij weg te soezen. Daarna was het de beurt aan mijn oudste broer. The Doors werd keihard opgezet, waarna mijn middelste broer met The Maddog & The Englishman er nog een schepje bovenop deed. Bij al dit muzikale geweld aten wij zelfgebakken brood met gebakken eieren en spek. Nog steeds een beproeft ritueel bij een kater. Gebakken eieren met spek.

In het buitenland en rondlopen in een kerk? Alhoewel ik helemaal niet gelovig ben, steek ik altijd een kaarsje op en sta stil bij degene die mij lief zijn. Dood of in leven dat maakt niet uit.Het wisselen van de seizoenen werd in mijn jeugd uitbundig gevierd. Palmpasen, het Michaëlfeest en advent. Als ik thuis ben rond de kerst zal ik nog steeds een adventskrans maken en ophangen. Zelf bijenwas kaarsen maken doe ik niet meer, ik koop ze nu. Eigenlijk jammer want het kaarsen trekken, precies 13 waslagen – voor elke maand van het jaar een laag en één extra laag voor het nieuwe jaar – was eigenlijk een prachtig ritueel om de kersttijd in te luiden. Ik heb bepaalde rituelen losgelaten en er zijn andere voor in de plaats gekomen.
Rituelen kunnen bindmiddel voor een samenleving zijn. Jammer dat ik ze niet meer zie.

maandag 6 december 2010

Boodschappen




Op zaterdag heb ik zo mijn vaste rituelen. Een van die rituelen is boodschappen doen. Bakker, slager, groenteman en natuurlijk de supermarkt. Gezien mijn werkritme haal ik voor een hele week aan boodschappen. Ik heb niet veel zin om als ik ‘s avonds thuis kom nog eens boodschappen te gaan doen. Slager, groenteman en dat soort lieden zijn trouwens allang dicht rond die tijd.

Iedere week, werkelijk iedere week is er wel een of andere bijgoochem die in mijn winkelwagentje kijkt en me knipogend vraagt of ik een feestje heb.
Meestal kijk ik dan nogal koel terug en zeg dat ik geen feestje heb, maar kinderen. De volgende opmerking is dan of ik dan soms een weeshuis bestier. 

De eerste keer dat dit commentaar mijn deel was vroeg ik nog als een halve zool: “Hoe bedoelt u?”
“Nou ja, het is zoveel”, zei de muts die mijn kar bekeek alsof er iets viezigs inzat. Ik keek als een debiel naar mijn 10 liter melk, vier liter karnemelk, drie pakken joghurt. De vla en de kwark. De vier pakken sinasappelsap, de pakken andere vruchtensap, de flessen wijn, de zes broden, de vleeswaren. De kaas van de supermarkt voor de tosti’s. De kaas van de kaasboer voor op brood. De tassen vol groenten, de aardappels en pakken verse pasta en de uitpuilende tas van de slager. Ik voelde me toch een beetje aangevallen en zei: “Het is voor een week hoor."
Ze begon de omstanders erbij te betrekken. “Voor een week? Vindt u dat niet veel?”, vroeg ze aan iemand achter haar in de rij terwijl ze op mijn kar wees. “Maar hoeveel kinderen heeft u dan? Wat belachelijk veel. Eten ze dan zo veel? Hoeveel kinderen heeft u nou?” Ik begon het zat te worden en de man die bij haar was zag dat waarschijnlijk aan mijn gezicht. Opeens viel hij uit: “Hou toch eens op, met je eeuwige commentaar op alles en iedereen, beet hij haar toe”. De vrouw keek zeer verontwaardigd om zich heen alsof ze steun zocht bij de rest van de mensen die in rij stonden. 

Ik zei heel rustig: “Mevrouw ik heb toch ook geen commentaar op het schijtbeetje in uw kar?” Betaalde zoals iedere week een godsvermogen en liep bepakt en bezakt de supermarkt uit me stiekem bedenkend dat ik best iets aardiger had kunnen reageren.

zondag 5 december 2010

Innerlijk emigreren

De innerlijk geëmigreerde komt u meestal tegen op het werk. Hij of zij komt eigenlijk altijd net even te laat binnenlopen. Nooit zoveel te laat dat ze er op aangesproken kunnen worden. Daarnaast gaan ze ook net even te vroeg weg. Altijd zo'n minuut of vijf. Als je daar iets over zegt, wijzen ze me veel bombarie op hun klokje dat standaard vijf minuten te vroeg is afgesteld. 


Ze doen hun werk, dat wel, maar enige passie of oprechte interesse ontbreekt. In hun hoofd zijn ze de acht urige werkdag ergens anders. Ze zijn innerlijk geëmigreerd. Ze zijn fysiek aanwezig maar daar is ook alles mee gezegd.


Als je al een goed gesprek met ze kunt aangaan -  daar heb je enig doorzettingsvermogen voor nodig - en vraagt waarom ze acht uur per dag iets doen wat ze niet boeit, waar ze geen plezier aan beleven, dan mompelen ze iets over hypotheek en dure kinderen en voegen je toe dat ze het écht, heus wel naar hun zin hebben. De innerlijk geëmigreerden zijn de zuurheid voorbij. Negatieve emotie is namelijk ook emotie. Dat ontbreekt. Het interesseert ze domweg niets. Ze doen wat ze moeten doen maar ook niets meer dan dat, liever minder. 


Als ik ze zie dan overvalt me altijd een gevoel van innig medelijden en hoop ik dat het prachtig is waar ze in hun hoofd naartoe gegaan zijn. Maar ik ben bang van niet.

vrijdag 3 december 2010

Razzle Dazzle them

Eergisteren heb ik u gevraagd wat u wel of niet tweet. Niet alleen mijn timeline maar ook mijn DM ontplofte. Wat ik erg grappig vond is dat maar een iemand die ik tot mijn online vrienden reken ook daadwerkelijk reageerde. De rest was beangstigend stil. 

De resultaten inclusief disclaimer: Dit is een greep en dus mijn perceptie van de reacties die ik ontvangen heb. Geen representatieve steekproef. Geen kwalitatief onderzoek, niet eens kwantitatief. Het is mijn perceptie, niet meer en niet minder. Klachten kan via timeline of DM. 
  • Seks
Daar tweeten we niet over. Niet over hoe vaak, niet wanneer en al zeker niet met wie. Tweeten over seks is een no-no. Tenzij als grapje. En dat terwijl iedereen weet dat twitter aan de 'achterkant' een grote vleeschmarkt is. Als we al tweeten over seks is het via DM.
  • Relaties
Die hebben we, of niet, willen we, of niet, maar we gaan anderen dus niet aan de neus hangen of de relatie verbroken is, of niet. Of dat we er iets buitenechtelijks op nahouden, of niet. Of hij tegen je schreeuwt, of niet, lief is, of niet. Pas als hij je slaat dan wil je daar wellicht iets over zeggen. Maar dat hij een eventuele bankhangende zappert is, of zij een buiten de pot pissende UGGS dragerT is, dat delen we dan weer niet.

  • Drank
We ploppen ons een stuk in de kraag maar vertellen niet eerlijk hoe laat en hoe lang. Mensen die eerder ploppen dan u dat doet, tsja. Ergens wel een beetje zielig. Als u teveel gezuupt hebt, dan gaat u stantepede offline. Dat kruisje kunt u dan net nog vinden.

  • Werk
Ben je geen journalist, dan twitter je niet heel graag over je werk. Voordat je het weet lezen je collegae mee. Waar ze je niet aan durven te spreken op twitter, kost ze dat waarschijnlijk helemaal geen moeite bij de koffie automaat. Confrontatie 1.9
  • Gezondheid
Een snotneus of griepje? Yep dat delen we graag. Een ziekte die het uiterlijk treft daar zijn we al minder uitgesproken over. En wat als een innige wens een ziekte blijkt? Of iets dat potentieel dodelijk is dat het op jou heeft gemunt? Er zijn mensen die daar met humor en relativering over kunnen bloggen zoals http://profiel.web-log.nl/mevrouwbee en daar heb ik dan weer heel veel respect voor.

  • Conclusie
Een ieder op Twitter heeft wel iets te verbergen. En iedereen doet zich ergens een beetje beter voor dan ze werkelijk zijn. Hey! Thats life!





woensdag 1 december 2010

Wie schrijft die blijft

Je kunt het ambtenaren tegen elkaar horen zeggen als ze een vergadering verlaten, met opnieuw de opdracht op zak, om een lijvig rapport te schrijven. "Je weet het hè? Wie schrijft, die blijft." En daar gaan ze, terug naar hun kantoor waar ze hun computer opstarten en beginnen aan de vernietiging van een klein tropisch bos voor het benodigde papier.

Zeven van de tien plannen worden gemaakt in het hoofd van de ambtenaar. Dat is als je er over nadenkt best logisch. Tenslotte heeft hij een (beleids) opdracht gekregen en die voert hij, trouw als hij is, naar beste kunnen uit. Dat het plan goed in elkaar moet zitten is ook niet gek. De opdrachtgever wil tenslotte wel serieus genomen worden. Alleen lijkt serieus een synoniem voor veel woorden. En de uitvoering vanaf het begin laten meedenken daar is geen sprake van. "Ja dag, die roepen toch alleen maar dat het niet kan.'  Niet zo raar als de vraag om mee te denken geen open vraag maar een opdracht is. 'We moeten zoveel bezuinigen en dat gaan we op deze manier doen. Denken jullie mee over de uitvoering?' Is van een hele andere orde als: 'We moeten zoveel bezuinigen, hoe kunnen we dat realiseren?'

Als een plan dan eindelijk klaar is en door de besluitvorming heen geloodst is, dan komt de ambtenaar tot zijn grote schrik, tot de ontdekking dat de wereld - of de politieke werkelijkheid - is veranderd. En hoppa, daar gaat zijn mooie plan. Linea recta de la in. En hij? Hij sloft door naar het volgende plan.
Hij schreef, dus hij bleef.